Rapport N° 960: verschil tussen versies

Uit HisGIS
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Onderdeel van Groote Wegen ---- Directie van den Waterstaat ~1ste bureau N&degr; 960 's Gravenhage den 11 februari 1814 == Doorluchtigste Vost en Heer...')
 
Regel 6: Regel 6:
's Gravenhage den 11 februari 1814
's Gravenhage den 11 februari 1814


== Doorluchtigste Vost en Heer! ==
== Doorluchtigste Vorst en Heer! ==
 
Onder de Fransche administratie waren de Wegen en deertoe behorende Bruggen verdeeld in drie soorten:
# Zoogenaamde keizerlijke wegen
# Departementale wegen
# Vicinale of communale wegen
 
Met de laatstgemelde had de algemene administratie van Bruggen en Wegen niets te doen; zijnde de zorg en behering daarover geheel overgelaten aan de prefecten.
De eerste soort was verdeeld in drie classen; die van de eerste en tweede verschilden alleen in naam, alzo, wat de kosten van derzelver aanleg en onderhoud betreft, die voor beide geheel wierden gedragen door ’s Lands Schatkist; doch die van de derdeclasse wierden bekostigd voor een gedeelte uit gemelde Schatkist, en voor een ander gedeelte en wel het grootste door de Departementen, door welke die Wegen liepen, en wel door middel van additioneele centimes op de belastingen der Verpondingen, personeel en mobilair in zodanig Departement op te brengen.
De kosten van de tweede soort (Departementale) wierden geheel gevonden uit zodanige fondsen, als door de departementale Raad wierden gevoteerd, en waarvoor deer het Gouvernement wierd toegestaan additioneele Centimes, op de zoo even gemelde belastingen te heffen.
 
De hiernevens gevoegde Lijst toont aan, welke de zogenaamde Keizerlijke Wegen waren, en wel voor de 1ste en 2de classe van ieder slechts één, en van de 3de vijf.
Ten opzichte van de te voren genoemde Keizerlijke Wegen (aan welke nu de naam van Groote Weg van ....... naar ....... Zoude kunnen gegeven worden) zal zeker door Uwe Koninklijke Hoogheid worden beslist, hoedanig dezelve voor het vervolg zullen worden beschouwd, dat is of alle dezelve of welke van dien verder op den tegenwoordigen voet, hetzij geheel uit ’s Lands kas, hetzij gedeeltelijk uit die kas en gedeeltelijk uit departementale opbrengsten zullen worden afgemaakt en onderhouden onder het genot van zodanige Tallen, als daarop reeds zijn of zouden mogen worden gesteld; dan wel of daarin eenige verandering zal worden gemaakt.
 
Dan zoo lange die beslissing niet daar is, neeme ik de vrijheid Uwer Koninklijke Hoogheid ordres te vragen, of provisioneel op den tegenwoordigen voet moet worden voortgegaan, ten dien effecte, dat dit niet alleen, voor zoo weel de leverantie van Materialen en het verwerken van dezelve voor het ordinaris onderhoud is besteed geweest, die aannemingen blijven standhouden, maar ook voor zoo verre geen aanbesteding is geschied, of bovendien noodzakelijke reparatien aan die Wegen of Bruggen vereischt worden, ten einde dezelve in eene genoegzame bruikbare staat te houden of te brengen, daarin door aanbestedigen of op de meest voordelige wijze voorzien worde; en of het wijders overeenkomstig de intentie van Uwe Koninklijke Hoogheid zoude zijn, dat alle geprojecteerde gritere verbeteringen bij provisie gedurende dit Jaar worden uitgesteld.
 
Na de decisie op dit point te vallen, zal niet alleen zich het voorstel der voor die objecten benodigde fondsen bij de begrooting voor het lopende Jaar moeten schikken, maar zal dezelve decisie ook moeten zijn de grondslag der dispositien op verschillende reeds gedane voorstellen te nemen.
 
Dan wat de zogenaamde departementale Wegen aangaat, vinde ik mij meerder in verlegenheid om dien aangaande een voorstel aan Uwe Koninklijke Hoogheid te doen. Die Wegen (zoo als ik reeds gezegd heb) geheel wordende bekostigd uit opbrengsten van additionele Centimes in het Departement, tot welke de Weg behoord, komt het er op aan om te weten, of en in hoe verre voor het Jaar 1813 die Centimes, zoo als dezelve, volgens de decreten van het Fransche Gouvernement, in der tijd moesten worden geheven, dadelijk zijn opgebragt, of alsnog moeten worden opgebragt worden; - hoe veel op dezelve ter bestrijding van kosten der departementale Wegen reeds is besteed, en hoe veel dus daarop voor dit object nog kan besteed wprdem; - en eindelijk of voor het lopende Jaar 1814 die centimes, zoo als dezelve door het Fransche Gouvernement bepaald waren, nog worden geheven, en of dus de roles der contributien die centimes ook bepaaldelijk voor dit object benutten.
 
Deze pointen mij niet genoeg bekend zijnde, heb ik de Heeren Commissarissen Genemaal in de Departementen, welke zulks aangaat, verzocht mij deswegens de nodige informatien en inlichting te geven, en het zal eerst zijn na die bekomen te hebben, dat ik wegens hetgeen verder aan die Wegen, welker onderhoud echter grotendeels ook voor enige Jaren aanbested is, d’eer zal kunnen hebben voordragten aan Uwe Koninklijke Hoogheid aan te bieden.
 
Ik verzoeke dus voor het tegenwoordige alleenlijk te mogen weten, of ik geauthoriseerd ben om bij provisie en tot nadere decisie opzichtelijk het onderhoud en de noodzakelijke reparatien aan de bovengemelde Zeven groote (te voren Keizerlijke) Wegen ordres te stellen, en voor het overige voor alsnog met alle projecten van grotere reparatien of verbeteringen te supercederen.
 
Doorluchtigste Vorst en Heer!
 
Ik ben met den diepsten eerbied.
Van Uwe Koninklijke Hoogheid
De zeer gehoorzame Dienaar en
getrouwe Onderdaan
De Directeur van den Waterstaat

Versie van 25 sep 2019 16:53

Onderdeel van Groote Wegen


Directie van den Waterstaat ~1ste bureau N&degr; 960

's Gravenhage den 11 februari 1814

Doorluchtigste Vorst en Heer!

Onder de Fransche administratie waren de Wegen en deertoe behorende Bruggen verdeeld in drie soorten:

  1. Zoogenaamde keizerlijke wegen
  2. Departementale wegen
  3. Vicinale of communale wegen

Met de laatstgemelde had de algemene administratie van Bruggen en Wegen niets te doen; zijnde de zorg en behering daarover geheel overgelaten aan de prefecten. De eerste soort was verdeeld in drie classen; die van de eerste en tweede verschilden alleen in naam, alzo, wat de kosten van derzelver aanleg en onderhoud betreft, die voor beide geheel wierden gedragen door ’s Lands Schatkist; doch die van de derdeclasse wierden bekostigd voor een gedeelte uit gemelde Schatkist, en voor een ander gedeelte en wel het grootste door de Departementen, door welke die Wegen liepen, en wel door middel van additioneele centimes op de belastingen der Verpondingen, personeel en mobilair in zodanig Departement op te brengen. De kosten van de tweede soort (Departementale) wierden geheel gevonden uit zodanige fondsen, als door de departementale Raad wierden gevoteerd, en waarvoor deer het Gouvernement wierd toegestaan additioneele Centimes, op de zoo even gemelde belastingen te heffen.

De hiernevens gevoegde Lijst toont aan, welke de zogenaamde Keizerlijke Wegen waren, en wel voor de 1ste en 2de classe van ieder slechts één, en van de 3de vijf. Ten opzichte van de te voren genoemde Keizerlijke Wegen (aan welke nu de naam van Groote Weg van ....... naar ....... Zoude kunnen gegeven worden) zal zeker door Uwe Koninklijke Hoogheid worden beslist, hoedanig dezelve voor het vervolg zullen worden beschouwd, dat is of alle dezelve of welke van dien verder op den tegenwoordigen voet, hetzij geheel uit ’s Lands kas, hetzij gedeeltelijk uit die kas en gedeeltelijk uit departementale opbrengsten zullen worden afgemaakt en onderhouden onder het genot van zodanige Tallen, als daarop reeds zijn of zouden mogen worden gesteld; dan wel of daarin eenige verandering zal worden gemaakt.

Dan zoo lange die beslissing niet daar is, neeme ik de vrijheid Uwer Koninklijke Hoogheid ordres te vragen, of provisioneel op den tegenwoordigen voet moet worden voortgegaan, ten dien effecte, dat dit niet alleen, voor zoo weel de leverantie van Materialen en het verwerken van dezelve voor het ordinaris onderhoud is besteed geweest, die aannemingen blijven standhouden, maar ook voor zoo verre geen aanbesteding is geschied, of bovendien noodzakelijke reparatien aan die Wegen of Bruggen vereischt worden, ten einde dezelve in eene genoegzame bruikbare staat te houden of te brengen, daarin door aanbestedigen of op de meest voordelige wijze voorzien worde; en of het wijders overeenkomstig de intentie van Uwe Koninklijke Hoogheid zoude zijn, dat alle geprojecteerde gritere verbeteringen bij provisie gedurende dit Jaar worden uitgesteld.

Na de decisie op dit point te vallen, zal niet alleen zich het voorstel der voor die objecten benodigde fondsen bij de begrooting voor het lopende Jaar moeten schikken, maar zal dezelve decisie ook moeten zijn de grondslag der dispositien op verschillende reeds gedane voorstellen te nemen.

Dan wat de zogenaamde departementale Wegen aangaat, vinde ik mij meerder in verlegenheid om dien aangaande een voorstel aan Uwe Koninklijke Hoogheid te doen. Die Wegen (zoo als ik reeds gezegd heb) geheel wordende bekostigd uit opbrengsten van additionele Centimes in het Departement, tot welke de Weg behoord, komt het er op aan om te weten, of en in hoe verre voor het Jaar 1813 die Centimes, zoo als dezelve, volgens de decreten van het Fransche Gouvernement, in der tijd moesten worden geheven, dadelijk zijn opgebragt, of alsnog moeten worden opgebragt worden; - hoe veel op dezelve ter bestrijding van kosten der departementale Wegen reeds is besteed, en hoe veel dus daarop voor dit object nog kan besteed wprdem; - en eindelijk of voor het lopende Jaar 1814 die centimes, zoo als dezelve door het Fransche Gouvernement bepaald waren, nog worden geheven, en of dus de roles der contributien die centimes ook bepaaldelijk voor dit object benutten.

Deze pointen mij niet genoeg bekend zijnde, heb ik de Heeren Commissarissen Genemaal in de Departementen, welke zulks aangaat, verzocht mij deswegens de nodige informatien en inlichting te geven, en het zal eerst zijn na die bekomen te hebben, dat ik wegens hetgeen verder aan die Wegen, welker onderhoud echter grotendeels ook voor enige Jaren aanbested is, d’eer zal kunnen hebben voordragten aan Uwe Koninklijke Hoogheid aan te bieden.

Ik verzoeke dus voor het tegenwoordige alleenlijk te mogen weten, of ik geauthoriseerd ben om bij provisie en tot nadere decisie opzichtelijk het onderhoud en de noodzakelijke reparatien aan de bovengemelde Zeven groote (te voren Keizerlijke) Wegen ordres te stellen, en voor het overige voor alsnog met alle projecten van grotere reparatien of verbeteringen te supercederen.

Doorluchtigste Vorst en Heer!

Ik ben met den diepsten eerbied. Van Uwe Koninklijke Hoogheid De zeer gehoorzame Dienaar en getrouwe Onderdaan De Directeur van den Waterstaat