Rapport N° 1 W: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
Onderdeel van [[Groote Wegen]] | |||
---- | |||
N° 1 W | N° 1 W | ||
Regel 5: | Regel 8: | ||
{{exh}} 8 Januari 1821 N° 41. | {{exh}} 8 Januari 1821 N° 41. | ||
nader lah. {KB|30 Januari 1821|73}}. | nader lah. {{KB|30 Januari 1821|73}}. | ||
Ter voldoening aan den geeerbiedigden last van Uwe Majesteit, mij medegedeeld door den Heere Staats Raad belast met de directie der Staats Secretarij bij deszelfs Missive van den D. dezer N° 39, zal ik de eer hebben Uwe Majesteit mijne denkbeelden te ontwikkelen omtrent die gedeelten der groote wegen des Rijks, voor wier onderhoud door de Provinciale Autoriteiten, bij uitsluiting zoude kunnen en moeten worden gebruik gemaakt van de uit 's Rijks kas toegestane of nog toe te stane penningen. | Ter voldoening aan den geeerbiedigden last van Uwe Majesteit, mij medegedeeld door den Heere Staats Raad belast met de directie der Staats Secretarij bij deszelfs Missive van den D. dezer N° 39, zal ik de eer hebben Uwe Majesteit mijne denkbeelden te ontwikkelen omtrent die gedeelten der groote wegen des Rijks, voor wier onderhoud door de Provinciale Autoriteiten, bij uitsluiting zoude kunnen en moeten worden gebruik gemaakt van de uit 's Rijks kas toegestane of nog toe te stane penningen. | ||
De reden warom, bij mijn rapport van den 30 December ll N° 33 W, en in het daarbij gevoegd concept besluit, van het bovengemelde punt geene melding is gemaakt, bestond daarin dat ik deswege aan mij door den Heere Staats Raad, belast met de Directie der Staats Secretarij bij deszelfs Missive van den 22 December ll N° 53 gedane mededeeling, als eenen stellingen last van Uwe Majesteit beschouwende, van meening was, na de ontvangst Uwer Majesteits besluit op mijne voordragt van den 30 December ll N° 33 W aan de Staten der Provincien, in <u>algemeene termen</u> den wil van Uwe Majesteit ter [...] | De reden warom, bij mijn rapport van den 30 December ll N° 33 W, en in het daarbij gevoegd concept besluit, van het bovengemelde punt geene melding is gemaakt, bestond daarin dat ik deswege aan mij door den Heere Staats Raad, belast met de Directie der Staats Secretarij bij deszelfs Missive van den 22 December ll N° 53 gedane mededeeling, als eenen stellingen last van Uwe Majesteit beschouwende, van meening was, na de ontvangst Uwer Majesteits besluit op mijne voordragt van den 30 December ll N° 33 W aan de Staten der Provincien, in <u>algemeene termen</u> den wil van Uwe Majesteit ter [...] |
Versie van 25 sep 2019 18:21
Onderdeel van Groote Wegen
N° 1 W
Brussel, den 6 januarij 1821.
Exh. 8 Januari 1821 N° 41.
nader lah. KB 30 Januari 1821, N° 73.
Ter voldoening aan den geeerbiedigden last van Uwe Majesteit, mij medegedeeld door den Heere Staats Raad belast met de directie der Staats Secretarij bij deszelfs Missive van den D. dezer N° 39, zal ik de eer hebben Uwe Majesteit mijne denkbeelden te ontwikkelen omtrent die gedeelten der groote wegen des Rijks, voor wier onderhoud door de Provinciale Autoriteiten, bij uitsluiting zoude kunnen en moeten worden gebruik gemaakt van de uit 's Rijks kas toegestane of nog toe te stane penningen.
De reden warom, bij mijn rapport van den 30 December ll N° 33 W, en in het daarbij gevoegd concept besluit, van het bovengemelde punt geene melding is gemaakt, bestond daarin dat ik deswege aan mij door den Heere Staats Raad, belast met de Directie der Staats Secretarij bij deszelfs Missive van den 22 December ll N° 53 gedane mededeeling, als eenen stellingen last van Uwe Majesteit beschouwende, van meening was, na de ontvangst Uwer Majesteits besluit op mijne voordragt van den 30 December ll N° 33 W aan de Staten der Provincien, in algemeene termen den wil van Uwe Majesteit ter [...]