Basis
Basis
In feite is de enige teken “handeling” die we doen in de iD editor het neerzetten van een punt of “node” op een virtueel vlak. Aan het door ons getekende punt worden coördinaten toegekend. Coördinaten die overeenkomen met een specifieke plek op aarde, in ons geval in Nederland.
De minuutplannen die we gebruiken als leidraad bij het tekenen zijn door middel van georeferentie zo geprojecteerd dat ze zo precies mogelijk op de actuele topografische kaart “passen”. Bij het “overtrekken” van de minuutplannen digitalizeren we deze. We zetten ze in wezen om in punten met een bepaalde positie in virtueel Nederland. Zo komen ze ook beschikbaar voor koppeling met andere databestanden. Bijvoorbeeld de OAT gegevens en …
Afhankelijk van de keuze die we maken bij het plaatsen van de nodes worden deze gezien als losse punten, de basis voor een lijn of als buigpunten in de omtrek van een vlak.
Juistheid
Het minuutplan wordt zo nauwkeurig mogelijk overgebracht. Soms is het daarvoor nodig op de situatie in te zoomen. In het voorbeeld hieronder lijkt het verloop van de perceelgrenzen door a, b, c en d met 4 nodes accuraat beschreven.
Bij verder inzoomen blijkt echter de werkelijkheid meer detail te eisen. Waardoor hier geen 4 maar 5 nodes nodig zijn voor een juiste beschrijving.
Topologische fouten
Bij het intekenen van percelen als vlakken moeten deze vlakken aan een paar voorwaarden voldoen. Percelen mogen elkaar niet overlappen maar ze moeten ook naadloos op elkaar aansluiten. Aan die voorwaarden wordt altijd voldaan als vlakken van de zijden die ze delen alle nodes gemeenschappelijk hebben. Getekende nodes die gedeeld worden zijn niet langer wit maar worden groen. Zo is dus te controleren of er nog “losse” nodes zijn op de grenzen van percelen. Elke “losse” node levert een topologische fout op.
In het voorbeeld hieronder:
- perceel 496
- perceel 496 getekend
- perceel 497 getekend. Nodes op de grenzen worden gedeeld en zijn groen behalve 1 daarvan
- fout van ongedeelde node gecorrigeerd. Alle gedeelde nodes zijn groen
Precisie
Naast de juistheid van het inbrengen van een perceel is natuurlijk ook de precisie waarmee dat gebeurt van belang. De uitdaging is daarbij, een goede middenweg te vinden tussen wat ideaal is en wat nuttig is.
In het voorbeeld hieronder, perceel 97, kan het hele perceel perfect beschreven worden door nodes op zeer korte afstand van elkaar te plaatsen langs de hele omtrek. Zonder twijfel wordt hiermee het water juist en precies weergegeven. Maar al deze nodes moeten opnieuw gebruikt worden bij het intekenen van testperceel perceel 98. Een topologische fout is snel gemaakt in dit geval. Met een kleiner aantal nodes, en dus een wat lagere precisie, worden fouten gemakkelijker vermeden en kan de precisie binnen redelijke grenzen blijven. Vergelijk de figuur 3 hieronder met figuur 1.