Engelen van der Veen

Uit HisGIS
Versie door Thomas (overleg | bijdragen) op 16 okt 2022 om 00:12
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Drostambt Twente

Het drostambt van Twente bestond uit de landgerichten of richterambten[1]

  • Kedingen,
  • Oostmarsum,
  • Oldenzaal,
  • Enschede,
  • Delden,
  • Borne,
  • Haaksbergen en
  • Diepenheim, welke beide laatste ook wel drostambten worden genoemd,
  • en de heerlijkheid Almeloo.

In tegenstelling met Salland en Vollenhove, waar de stichting eener nieuwe parochie gewoonlijk gepaard ging met of gevolgd werd door de oprichting van een nieuw schoutambt, is in Twente het aantal richterambten constant gebleven[2]. Vele richterambten bestonden dan ook uit meerdere parochies. Zoo bestond Kedingen uit de parochies Markelo, Rijsen, Goor en Wierden, waarbij na de hervorming nog Enter is gekomen; Ootmarsum uit de parochies Ootmarsum, Denekamp en Tubbergen. De grenzen der parochies vallen niet steeds met die der gerichten samen.

Gericht Kedingen

Het gericht Kedingen bestond uit de marken

  • Rijsen, identiek met het stadsgebied van Rijsen,
  • Wierden en Hooge Heksel,
  • Notter en Zunam
  • Rektum,
  • Enter,
  • IJpeloo en
  • Elzen,

die de parochie Rijsen vormden met eene dochterkerk te Wierden,

  • Goor, waarin de stad Goor, de parochie Goor vormende,
  • Stokkum en Herike en
  • Markeloo,

die te samen de parochie Markeloo uitmaakten.

Verdeeling Grenzen
Rijsen Markeboeken van Rijsen heb ik niet gevonden en vermoedelijk hebben zij ook nimmer bestaan[3]. Marke en stadsgebied dekten elkander[4], zoodat de markeaangelegenheden langzamerhand geheel door de stad werden behandeld. In het stadrecht komen dan ook meerdere bepalingen omtrent de marke voor.

In de marke van Rijsen was om de oude parochiekerk eene nederzetting ontstaan. Deze kreeg in 1243 stadrecht[5]. De burgers der stad bezaten als ingezetenen der marke daarin gebruiksrechten. Het stadsbestuur matigde zich echter steeds meer gezag over de marke aan en hoewel de magistraat in 1520 in het ongelijk werd gesteld[6], ging hij daarmede door[7], zoodat de marke ten slotte geheel in de stad is opgegaan. Het aantal waren vond ik nergens vermeld. Evenmin trof ik eenen markerichter aan.

Daar door het aannemen van nieuwe burgers het aantal gebruikers der markegronden steeds grooter werd, schijnt evenals in Zwolle oudtijds eene verdeeling tusschen gewaarden en ongewaarden tot stand te zijn gekomen. Het voor de ongewaarde burgers bestemde deel was de z.g. Mors. Overigens is omtrent de verdeeling weinig bekend. De stad heeft geleidelijk gronden verkocht o.a. omstreeks 1844 het Rijsensche veen[8]. De marke van Rijsen werd begrensd door de marken Holten, Elzen, Enter, Rektum, Notter en Zuna en Noetsele. In deze volgorde komen zij voor in een lakegang van 1515[9]. Als grenzen kon ik de tegenwoordige gemeentegrenzen overnemen.
Wierden en Hooge Heksel De marke van Wierden en Hooge Heksel bestond uit de buurschappen Hooge Heksel, Loo en Hurene en het om de kerk ontsane dorp Wierden of Wederden. In het dorp woonden een 40-tal gewaarde kotters. Markeboeken heb ik niet kunnen opsporen, wel enkele losse stukken[10]. Het aantal waren is onbekend. Erfmarkerichter was sedert 1656 de heer van Almeloo[11]. Aan welke hoeve het recht oorspronkelijk verbonden is geweest, bleek mij niet.

Rijsen

Markeboeken van Rijsen heb ik niet gevonden en vermoedelijk hebben zij ook nimmer bestaan[3]. Marke en stadsgebied dekten elkander[4], zoodat de markeaangelegenheden langzamerhand geheel door de stad werden behandeld. In het stadrecht komen dan ook meerdere bepalingen omtrent de marke voor.

In de marke van Rijsen was om de oude parochiekerk eene nederzetting ontstaan. Deze kreeg in 1243 stadrecht[5]. De burgers der stad bezaten als ingezetenen der marke daarin gebruiksrechten. Het stadsbestuur matigde zich echter steeds meer gezag over de marke aan en hoewel de magistraat in 1520 in het ongelijk werd gesteld[6], ging hij daarmede door[7], zoodat de marke ten slotte geheel in de stad is opgegaan. Het aantal waren vond ik nergens vermeld. Evenmin trof ik eenen markerichter aan.

Verdeeling

Daar door het aannemen van nieuwe burgers het aantal gebruikers der markegronden steeds grooter werd, schijnt evenals in Zwolle oudtijds eene verdeeling tusschen gewaarden en ongewaarden tot stand te zijn gekomen. Het voor de ongewaarde burgers bestemde deel was de z.g. Mors. Overigens is omtrent de verdeeling weinig bekend. De stad heeft geleidelijk gronden verkocht o.a. omstreeks 1844 het Rijsensche veen[8].

Grenzen

De marke van Rijsen werd begrensd door de marken Holten, Elzen, Enter, Rektum, Notter en Zuna en Noetsele. In deze volgorde komen zij voor in een lakegang van 1515[9]. Als grenzen kon ik de tegenwoordige gemeentegrenzen overnemen.

Wierden en Hooge Heksel

De marke van Wierden en Hooge Heksel bestond uit de buurschappen Hooge Heksel, Loo en Hurene en het om de kerk ontsane dorp Wierden of Wederden. In het dorp woonden een 40-tal gewaarde kotters. Markeboeken heb ik niet kunnen opsporen, wel enkele losse stukken[10]. Het aantal waren is onbekend. Erfmarkerichter was sedert 1656 de heer van Almeloo[11]. Aan welke hoeve het recht oorspronkelijk verbonden is geweest, bleek mij niet.

  1. De benaming schout was in Twente niet gebruikelijk.
  2. Eene uitzondering vormt Friezenveen, dat als parochie van Almeloo afgescheiden tevens een afzonderlijk richterambt is geworden.
  3. 3,0 3,1 De burgemeester van Rijsen schreef 1 Februari 1858 aan Gedeputeerde Staten, dat in Rijsen "geene marken noch markenregisters aanwezig zijn".
  4. 4,0 4,1 Charter O. R. en G. van 1478 "Oesterhoff und Nijehoff in den wigbolde ende marke van Ryssen".
  5. 5,0 5,1 Stadregt van Rijssen, blz. VI.
  6. 6,0 6,1 Bijdragen Geschiedenis Overijssel IVe stuk, blz. 125 en vlg.
  7. 7,0 7,1 Zie klachten van de erfenamen in 1618, 1633, 1635 en 1639. Toen de richter van Kedingen de erfgenamen met den sterken arm wilde steunen, ontmoette hij gewapend verzet van het stadsbestuur.
  8. 8,0 8,1 O. R. en G. Verzamling van Dooninck N°. 105. In 1837 was een stuk veengrond onder de burgers verdeeld.
  9. 9,0 9,1 O. R. en G. V. en M. 22e stuk blz. 114.
  10. 10,0 10,1 R. A. O. portefeuille N°. 4600/30.
  11. 11,0 11,1 19 Februarij 1656 keurden de Staten de overdracht van het erfmarkerichterschap door Sweder van Langen aan den heer van Almeloo goed. (R. en S. op dien datum).