Koninklijk Besluit 13 Maart 1821 N° 74

Uit HisGIS
Versie door Thomas (overleg | bijdragen) op 25 sep 2019 om 18:44
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Wij Willem, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje Nassau, Groot Hertog van Luxemburg enz. enz. enz.

Overwegingen

  • Gehoord onzen Minister van Binnenlandsche Zaken en Waterstaat, en den Raad van State;
  • Gelet op ons besluit van heden N° 73

Hebben besloten en besluiten.

Art 1

Voor het onderhoud der groote wegen van de eerste klasse; met de daarin gelegen bruggen, heulen, duikers enz. wordt over den dienst van 1821 uit de inkomsten der op al de groote wegen gevestigde tollen ter dispositie van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken en Waterstaat gesteld, eene Somme van Driehonderd twee en twintig Duizend, twee honderd drie en tachtig Guldens, gerepartitieerd op de navolgende wijze:

Provincie Crediet
1 Noordbraband ƒ 27.473
2 Zuidbraband ƒ 40.800
3 Limburg ƒ 27.760
4 Gelderland ƒ 12.350
5 Luik ƒ 14.050
6 Oostvlaanderen ƒ 20.076
7 Westvlaanderen ƒ 26.677
8 Henegouwen ƒ 32.100
9 Noord Holland ƒ 9.150
10 Zuid Holland ƒ 29.948
11 Zeeland ƒ 1.000
12 Namen ƒ 10.000
13 Antwerpen ƒ 13.000
14 Utrecht ƒ 9.730
15 Vriesland memorie
16 Overijssel ƒ 6.234
17 Gronigen ƒ 12.935
18 Drenthe ƒ 4.000
18 Luxemburg ƒ 19.000
totaal ƒ 322.283