Rapport 13 September 1814 (b)

Uit HisGIS
Versie door Thomas (overleg | bijdragen) op 21 okt 2019 om 11:17
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Onderdeel van Groote Wegen
De toevoeging (b) dient om onderscheid te maken met een ander rapport van dezelfde datum.


Aanhef

Exh. SB 28 September 1814, N° 11

Aan Zijne Koninklijke Hoogheid Den Heere Prinse van Oranje-Nassau Souverein Vorst der Vereenigde Nederlanden, enz. enz. enz.

's Graven Hage, den 13e September 1814

Conform, doj bemerking dat eenige Weegen ook buiten het grondgebrek voor een gedeelte liggen, verder dat de wegen en gedeelte van zeeland voorm als staats Vlaanderen uitmakende, niet zijn opgenomen, het welk nogtans is een appell havaal doende te geschieden over dit werk niet op te houden en nogtans voor dat gedeelte van 't Land ook te zorgen.

Rapport

Mijn Prédécesseur had de eer bij derzelfs missive van den 11e Februarij ll. N° 960, aan Uwe Koninklijke Hoogheid eene voordragt te doen, ten opzichte van het onderhoud der voormaals zoogenaamde Keijzerlijke Wegen. Daar bij aan zich reserverende aan Hoogst dezelve nadere maatregelen voor te dragen, omtrent het onderhoud der zoogenaamde Departementale Wegen. Wanneer daar omtrent de noodige informatien bij de Directie van den Waterstaat zouden zijn ontvangen, spaciaal omtrent de fondsen waar uit het onderhoud dier Departementale Wegen voor de maand December 1813 en voor den jare 1814, zouden kunnen bekostigd worden.

Uwe Koninklijke Hoogheid bij Hoogstdenzelfs Besluiten van 13e februarij dezer jaars N° 1 en den 8e Maart daar aan volgende N° 17, de nodige order gesteld hebbende; op het onderhoud der voormaals zoogenaamde Keijzerlijke Wegen, zijn voor dezelve dan ook op de aan Uwe Koninklijke Hoogheid toegezonden Concept-Begrooting van behoeften voor den Waterstaat over 1814 de noodige Sommen aangevraagd geworden, terwijl ten opzigte der kosten voor het onderhoud der Departementale Wegen, (waar van eenige in drie en zes jarig onderhoud zijn aan besteed) achter het 10 kapittel der 6 Afdeeling van die Concept-Begrooting de navolgende aanmerking wierd geplaatst:

"Tot aanleg, reparatie of onderhoud der zoogenaamde Departementale Wegen door 's Lands Kas niets wordende bijgedragen, maar de kosten daartoe betrekkelijk geheel wordende bijgedragen uit additionele centimes van de directe belastingen geheven in de departementen alwaar zoodanige wegen gevonden worden heeft men gemeend dat het object dier wegen geen ingredient van deze begrooting kon of moest uitmaken."

De Heer Commissaris Generaal tot de Zaken der Financien aam wien de voormelde Concept-Begrooting was toegezonden, maakte bij eene Missive van den 15 Maart 1814 eenige bedenkingen ten opzigte van voormelde aanmerking en proponeerde om op het Budget van den Waterstaat het onderhoud der Departementale Wegen, al ware het dan ook maar tot eene globale som uittetrekken; Mijn Predecesseur op den 19 Maart ll de gemelde Missive zeer ampel beantwoordende, betoogde het nuttige dat er zoude gelegen zijn om met afschaffing van de partieel in de onderscheiden Departementen, voor het onderhoud der Departementale Wegen, geheven wordende additioneele centimes, het onderhoud van alle of eenige derzelver ten laste van den Lande te brengen, en de kosten daarvoor te vinden uit eene algemeene heffing van eenige weinige centimes op de directe belastingen over het geheele Land ofwel de heffing van additioneele centimes voor de Departementale Wegen, geheel daarlatende, de noodige kosten voor dit object uit de algemeene inkomsten van de schatkist te vinden, welk laatste middel welligt temeer in aanmerking konde komen, naardien de kosten daartoe benoodigd niet zeer groot behoefden te zijn, althans wanneer men zich in den beginne borneerde tot de noodzakelijke reparatien en onderhoud welke kosten niet eene somma van ƒ 60.000 à ƒ 70.000 zouden kunnen worden bestreden, speciaal wanneer men eenige der door het fransch bestuur als Departementaal verklaarde Wegen wederom bragt ten lasten van die geenen welke bevorens met dezelver onderhoud waren gechargeert, en zulks uit hoofde dat eenige dier Wegen minder moetsten worden beschouwd van algemeen belang voor het geheele Land te zijn, dan wel slegts een plaatselijk belang te bezitten.

De Begrooting voor de maand December 1813