Kadaster 1832

Algemeen

Het Napoleontisch kadaster is het kadaster dat in Nederland in 1832 is ingevoerd, en daarmee als oudste integrale kadaster ook het het Kadaster 1832 genoemd wordt. De opzet van het kadaster is gebaseerd op het Recueil Méthodique, in het Nederlands vertaald in de Methodieke verzameling.

Deze opzet loopt zonder onderbreking tot op heden door in het huidig kadaster

Andere landen

Dit kadaster is in verschillende landen op een gelijkaardige wijze ingevoerd. In België was dit in 1834.

Opbouw

Het kadaster 1832 bestaat uit volgende onderdelen;

• De minuutplans;
• De OAT's, met daarin de specificatie van elk perceel, opgemaakt volgens verschillende modellen;
• De (artikel)leggers, met daarin het bezit per artikel;
• De Suppletoir Aanwijzende Tafel (SAT); registreert veranderingen van gegevens van de OAT, vanaf 1 oktober 1844 enkel bij splitsing en samenvoeging van percelen.
• Registers 50 & 51; staten van eigendomsovergang, ten gevolge van overlijden. Jaarlijks per gemeente opgesteld, om daarna in de legger verwerkt te worden.
• Register 69; Dit register, zonder HYP-nummer, is ingedeeld per kadastrale gemeente en daarbinnen op volgorde van sectie en perceelnummer. Achter het perceelnummer staat een verwijzing naar het deel en artikelnummer van het Algemeen Register waarin het perceel genoemd wordt. Indien het perceelnummer is vervallen en opgesplitst in of samengevoegd met andere perceelsnummer dan is een verwijzing naar het nieuwe nummer gemaakt. Het register 69 is bijgehouden in de periode 1838-1928.
• Register 71; Per perceelnummer worden de artikelnummers van de eigenaars vermeld. Zie ook dit register bij het huidig kadaster
• Registers van driehoeksmeting met trigonometrisch cannevas.
• Boeken van berekening
• Processen verbaal van grensbepaling

Bij de totstandkoming van het kadaster heeft men op een verfijnde manier tarieven bepaald voor elke soort grondgebruik, wat uiteindelijk resulteerde in de kadastrale tarieven.

Bijhouding

In een continu systeem werden kadastrale wijzigingen verwerkt in de diverse registers. Naast het feit dat er algemene besluiten genomen zijn over hoe het werk uitgevoerd moest worden (bijvoorbeeld bij de introductie van het RD-stelsel), zijn er dus geen specifieke latere versies van het kadaster aan te wijzen. Wel heeft er aan het einde van de negentiende eeuw een herziening van de grondbelasting plaatsgevonden. Hoewel deze gebaseerd was de op de kadastrale registratie en hoewel er kaarten getekend zijn als compilatie van de stand van zaken op dat moment, is dit geen kadastrale herziening. Het kaartmateriaal dat hierbij geproduceerd werd, is in de regel afgeleid van het kadastrale materiaal, en wisselend in kwaliteit.

Bronverwijzingen

• De kadastrale legger en aanverwante bronnen, 1812-1990 (P Kruizinga) Broncommentaren_3_017-073
• De kadastrale kaart, 1812-1990 (P. Kruizinga en m.m.v. S.E.M, van Doornmalen): Broncommentaren_3_075-111